De zomer komt eraan

13.03.25 04:21 PM - By Rik Joosten

Nu de zomer in aantocht is wordt koeling weer een gespreksthema. Zelfs als het gebruik van airconditioners nog ver achter blijft bij landen waar hitte een dagelijks fenomeen is, rusten meer en meer Nederlands hun huis uit met airconditioners.Dit is begrijpelijk omdat het moeilijker is om jezelf te beschermen tegen hitte, in tegenstelling tot koude. De snelle klimaatveranderingen die we nu doormaken leiden ook in traditionele gebieden met een gematigd klimaat (zoals Nederland) tot grotere extremen en hogere temperaturen gedurende langere perioden. Dit betekent dat de noodzaak groeit om actie te ondernemen om ook tijdens deze hittegolven een leefbare situatie voor iedereen te verzekeren.


De algemeen bekende methode om de leefbaarheid in huizen, kantoren, winkelcentra en andere gebouwen acceptabel te maken is door een airconditioning installatie op het huis of gebouw te plaatsen. Zoals we op fotos zien van steden in gebieden waar de temperatuur vaker hoog oplopen, krijgt elk appartement of woning een afzonderlijke airconditioner. Het resultaat van al deze “individuele” oplossingen is dat leefbaarheid buiten de woningen en gebouwen nog slechter wordt. Doordat al deze airconditioners (of misschien beter “koudepompen”) de overtollige warmte naar buiten werken en de buitenlucht opwarmen, moeten ze nog harder werken om de binnen temperatuur te verlagen, want hoe goed een woning of gebouw ook geïsoleerd is, de warmte komt naar binnen.


Het behouden van een acceptabele binnentemperatuur vraagt om een hoeveelheid energie die meestal van buiten de stad komt en zich uiteindelijk in warmte omzet.Deze extra energie leidt tijdens de Nederlandse winters tot misschien minder sneeuw en ijspret en de noodzaak om zich minder dik te kleden. In de zomer maakt deze extra energie het leven buiten alleen nog maar ondragelijker. Met andere woorden, het is belangrijk dat we de energie toevoer naar de steden beperken.


Wat betreft de winter, hebben de inspanningen om huizen en gebouwen beter te isolerener al voor gezorgd dat het gasverbruik (i.e. energie toevoer) tijdens de winter sterk is afgenomen.De situatie in de zomer is echter geheel anders. In plaats van ervoor te zorgen dat er minder energie naar de steden vloeit tijdens de zomer, installeren we meer en meer energie vragende individuele “koude pompen” en creëren we dus “hitte eilanden” in en rondom de steden. Om dit probleem te vermijden is een alternatieve collectieve aanpak nodig waarbij we dus de hoeveelheid energie die naar de stad vloeit verminderen en ervoor zorgen dat een gedeelte van de overtollige warmte wordt opgeslagen voor gebruik in de winter.


Koude netwerken zijn hiervoor een goede oplossing omdat via deze netwerken de warmte kan worden opgenomen in het netwerk en tijdelijk in buffers en WKOs worden opgeslagen. Ook kan een deel van deze warmte worden gebruikt om er voor te zorgen dat er warm tapwater is. Zelfs als we in de koeling voorzien middels airconditioners, zijn er goede mogelijkheden deze aan te sluiten op een koude netwerk. Daardoor neemt de energie efficiëntie toe en wordt ook eventuele geluidsoverlast van buitenunits voorkomen. Er wordt wel gezegd dat voor bestaande woningen grote ingrepen nodig zijn, zoals vloerverwarming, maar dit blijkt in de praktijk een fabel te zijn. Met beperkte ingrepen kunnen bestaande woningen op zo’n netwerk worden aangesloten. De waarde van de woning stijgt dan al snel met 5% of meer.


In de zomer komt er dus een grotere nadruk te liggen op het koude netwerk, zoals in de winter op het warmte netwerk, maar de combinatie van beide netwerken zoals voorgezien in een 5de generatie netwerk (5GDHC) zorgt er voor dat er een goede uitwisseling van overtollige warmte en koude mogelijk is, maar ook dat deze tijdelijk opgeslagen kan worden (van kortere duur in buffers of voor langere duur in WKOs). Hiermee, kan de hoeveelheid (externe) energie die in stedelijke gebieden wordt gebruikt voor koeling, en verwarming worden verminderd met als direct gevolg dat de buiten temperatuur minder oploopt in de winter en de zomer.


Behalve een beter gebruik van energie en minder opwarming van het stedelijk gebied, zorgt het gebruik van een collectief netwerk voor een mooier aangezicht in de stad (geen individuele aircos op de buitengevels en daken) en voorkomt het de bijkomende geluidsoverlast. 

De geluidshinder in de winter van warmtepompen is misschien minder storend, omdat bij de buren de ramen veelal gesloten hebben. In de in de zomer is dit minder het geval als d buren zelf geen airconditioner hebben. En dit nog buiten het feit dat degenen met de open ramen ook direct hinder ondervinden van de extra opwarming door deze airconditioners.


Conclusie: Het is tijd dat we in Nederland intensief gaan nadenken hoe we deze koude netwerken het best en zo snel mogelijk kunnen realiseren ter vermijding van hitte eilanden, overtollig geluid en het uitzicht op vele airconditioners tegen de gevels en op daken van woningen.

Rik Joosten

Rik Joosten

CEO & CO-founder