Waarom Warmte en Koude Netwerken een goede oplossing zijn (Deel 2) 

24.06.24 09:05 AM - By Jibbe Bertholet

Wet- en Regelgeving

Iedereen is het over eens dat de huidige uit 2014 (warmte-)wetgeving verouderd is en ongewenste effecten heeft: de koppeling van het energie tarief voor geleverde warmte vanuit een warmte netwerk aan de gasprijs is niet meer relevant als aardgas geen alternatief meer is voor de warmtevoorziening. De vergelijking dient te gebeuren met een (duurder) alternatief dat aan dezelfde duurzaamheidseisen voldoet. De enige logica bestaat er voor een situatie waarbij de geleverde warmte centraal met behulp van gas wordt gemaakt (een methode die per definitie niet past in de energie transitie doelstellingen).


De nieuwe wetgeving (Wet collectieve Warmtevoorziening of WcW) maakt dan ook een einde aan deze koppeling door de introductie van een op kosten baseerde maximum tarief. De Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wet Gemeentelijke Instrumenten Warmtetransitie of WGIW) is op 23-4-2024 door de 2de kamer aangenomen. Dit wetsvoorstel geeft gemeenten de mogelijkheid om lokale regels te maken om de overgang van aardgas naar duurzame vormen van energie uit te voeren. De gemeente besluit daarmee wanneer in bepaalde wijken het aardgasnet wordt verwijderd[1].


De overheid ondersteunt de ontwikkeling van nieuwe projecten met de Warmtenetten Investeringssubsidie of WIS-regeling: “De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een onderneming voor een project gericht op de aanleg van een efficiënt warmtenet, indien het warmtenet a) voldoet aan de eisen gesteld aan energie-efficiënte stadsverwarming en -koeling en b) zorg gaat dragen voor de levering van warmte aan meer dan 250 kleinverbruikers-aansluitingen (kva) verspreid over meer dan 5 gebouwen”.  De subsidie bedraagt ten hoogste € 20.000.000,– per project (> 3.330 kva) voor het verschil tussen de subsidiabele kosten en de exploitatie­winst en is a) < 45% van de subsidiabele kosten en b) < € 6.000,– per kva[2]Het demissionaire kabinet wil het budget voor de Warmte Investeringssubsidie verhogen van 400 miljoen naar 920 miljoen euro (voorjaarsnota 2024)[3].


Ondanks de goed intenties, helpen de gevolgen van het bestaande warmtewet nog niet om de introductie van warmtenetwerken te stimuleren en na een positieve aanzet in de afgelopen jaren, heeft de energie transitie op dit gebied een flinke deuk opgelopen. De dreiging en voorwaarden voor een nieuwe warmtewet en de weerstand tegen de huidige aansluitbijdragen en GJ-tarieven kunnen er toe leiden dat hun projectontwikkeling stoppen. Deze deuk is verder groter geworden doordat twee grote energie leveranciers (Vattenfall en Eneco) elk een belangrijk project als deel van het energie transitie proces hebben stop op gezet. Als redenen noemden zij de onzekerheid rond het vaststellen van de toekomstige energie tarieven en dat zij niet in staat zijn om een acceptabel energie tarief te garanderen dat hun investering in het warmteproductie en netwerk rendabel maakt.  Hierbij gaan ze er waarschijnlijk vanuit dat het “acceptabele” energie tarief, het maximale op kosten gebaseerde tarief zal worden dat zij kunnen verlangen. Hierbij wordt aangetekend dat de businesscases gebaseerd zijn op hun “oude” inefficiënte technologie met grote verliezen (van 30% in de winter tot 70% in de zomer).


Zelfs als in de toekomst zal blijken of dit het geval is, kunnen we nu al ons afvragen hoe de Autoriteit Consument & Markt (ACM) “een op kosten gebaseerd tarief” voor een wijk berekent, of met andere woorden wat wordt door ACM meegenomen in haar definitie van een project.  Zeker voor de grotere energieleveranciers is een project definitie moeilijker vast te leggen omdat hun kosten voor een deel bestaan uit centrale “overheads” die moeilijker per project zijn toe te delen, maar ook omdat sommige van hun een nationaal en dus niet een project gebonden, energietarief toepassen.

Een ander onzekerheidsprobleem is dat in de projectdefinitie en de rentabiliteitsberekening ook het aantal aansluitingen essentieel is wat betreft dimensionering van een eventuele centrale warmte productie faciliteit  capaciteit en het totale netwerk. Minder aansluitingen dan gepland leidt tot hogere kosten per aansluiting of resulteren in verliezen voor de projectontwikkelaar tenzij de ontwikkelaar eventueel het initiële warmtekavel kan uitbreiden en daarmee de eventuele over dimensionering kan benutten.


Tenslotte brengt de nieuwe wetgeving onzekerheid voor de huidige warmte leveranciers wat betreft hun toekomstige rol.  Zelfs als er een overgangsperiode is voorzien voor bestaande projecten, de noodzaak voor een publiek meerderheidsaandeel in de toekomstige projecten met meer dan 1500 individuele woonaansluitingen creëert ook onzekerheden voor deze leveranciers. Een mogelijk bijkomend effect kan zijn dat deze publiek georganiseerede projecten kunnen leiden tot de introductie van minder efficiënte oplossingen omdat een stuk markt innovatie en risico name wegvallen. Gemeentes en zeker de veelal kleinere gemeentes hebben niet de ervaring, mankracht en kennis om deze netwerken te ontwikkelen en te exploiteren en het ontbreekt hun vaak de mogelijkheid om de gewenste financiering te brengen (dat lukt wél als de Staat bijspringt) en het bijkomende investeringsrisico te dragen door middel van bijvoorbeeld het Waarborgfonds van 250 miljoen voor de periode tot 2030[4]. Dit is een fonds om nieuwe warmtenetten mee op te starten waarbij het genoemde bedrag genoeg zou moeten zijn om 80 tot 90 procent van de kosten bij de aanlegfase te dekken. Met een waarborgfonds is het mogelijk om met 10% eigen vermogen (in plaats van de nu gangbare 30%) en een lagere rendementseis op dat eigen vermogen de financiering te kunnen starten[5].


Het waarborgfonds lost dus ogenschijnlijk een financieringsprobleem op maar omdat een warmtebedrijf niet tot een kerntaak van een gemeente behoort, kunnen lokaal georganiseerde warmtebedrijven leiden tot inefficiënte bedrijfsvoering en daardoor hoge (exploitatie) kosten. De businesscases zijn vaak zeer gevoelig voor hogere jaarlijkse lasten, veel gevoeliger dan een extra investering in de infrastructuur. Zelfs als privaat rechtelijke bedrijven via een joint venture hun ervaring kunnen inbrengen, de voorgestelde organisatie structuren zijn gecompliceerd en vaker onduidelijk wat betreft riscoverdeling, waardoor een volledige publieke zeggenschap vele bedrijven afschrikken om in zo een joint venture in te stappen.


De nieuwe wet lost duidelijk niet alle problemen op, echter binnen de wet zijn er mogelijkheden om de energie transitie daadkrachtig door te voeren mits er bij het doorvoeren enige flexibiliteit is gewaarborgd. Deze flexibiliteit kan zich op twee niveaus aangebracht worden:

  • Het is weliswaar positief dat de realisatie van warmtekavels van minder dan 1500 aansluitingen een grotere vrijheid geeft in de uitvoering en beheer, maar om de nodige interesse te creëren, is er flexibiliteit in de toepassing van de wet nodig ten aanzien van een mogelijke gewenste uitbreiding van het warmtekavel zodra het oorspronkelijke kavel met succes is gerealiseerd. Deze uitbreidingen kunnen de private bedrijven het noodzakelijke incentive om de vaak risico dragende en project gerichte innovatieve oplossingen aan te bieden.
  • Wat betreft grotere warmtekavels is er flexibiliteit gewenst in de mogelijkheid om de huidige complexe structuur aan te passen zodat de private sector een directe invloed heeft op de uitvoering en dagelijks beheer van de exploitatie.  Veder moet het duidelijk zijn dat de belangrijkste bouw en exploitatie contracten (vastlegging van kosten en risico verantwoordelijkheid) die worden ondertekend voorafgaand aan het oprichten van het lokale warmtebedrijf waarin de publieke sector het meerderheidsaandeel heeft alleen kunnen worden aangepast als beide partijen dat overeenkomen.

In het kort, de nieuwe wet brengt duidelijkheid, maar er is enige flexibiliteit nodig in haar toepassing om zeker te zijn dat warmtenetwerken nog gerealiseerd kunnen worden in de toekomst.



[1]  https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/wetsvoorstellen/detail?cfg=wetsvoorsteldetails&qry=wetsvoorstel%3A36387

[2]   https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023-11052.html

[3]   https://nos.nl/artikel/2516514-honderden-miljoenen-extra-aan-subsidie-voor-warmtenetten

[4]   https://www.binnenlandsbestuur.nl/whitepaper/investeringen-warmtenetten

[5]  https://www.g40stedennetwerk.nl/bouwstenen-financiering-warmtenetten#:~:text=Waarborgfonds%20warmtenetten%20met%20spelregelkader,in%20de%20investering%20van%20warmtenetten.

Jibbe Bertholet

Jibbe Bertholet

COO & Co-founder