Deze Blog beschouwt de afscheidsrede gegeven door Annelies Huygen (https://www.uu.nl/medewerkers/AHuygen) op 5 februari 2025. Zij nam afscheid als hoogleraar Ordening van energiemarkten aan de Universiteit van Utrecht.
Twee opmerkingen ter introductie van deze blog: XChains sluit niet uit dat er eventuele foutieve interpretaties zijn gemaakt over hetgeen wat Annelies heeft gezegd en in dat geval horen we dat graag en onze excuses bij voorbaat. Zelfs als er in de lezing gerefereerd werd naar de 4de en 5de generatie netwerken, XChains gaat ervanuit dat de referentie in de meeste gevallen echter voornamelijk de 5de generatie warmte en koude netwerken (en ook lage temperatuur netwerken) betrof.
Haar rede was gestructureerd rond om haar “verwondering” waarom alles zo anders aanpakt wordt in Nederland dan de landen om haar heen. In dit verband wordt vaak met name Denemarken genoemd. Het feit dat Nederland jarenlang voornamelijk aardgas had, dat als voornaamste brandstof voor warmte in huis werd gebruikt, verklaart waarschijnlijk dit verschil. Dit betekent echter niet dat Nederland het daarom slechter zou moeten doen als andere vergelijkbare landen. XChains is het met Annelies eens dat , Nederland in de nabije toekomst er misschien beter voorstaat als haar negen gewenste “omkeringen” in ons denken en aanpak worden doorgevoerd. Een korte samenvatting van deze omkeringen volgt hieronder met enkele kanttekeningen bij het realiseren van deze omkeringen.
Als introductie tot de negen omkeringen, beschrijft Annelies de veranderingen die met grote snelheid plaats vinden in de wijk in relatie tot de energie systeemontwikkelingen. Zij stelt terecht dat de vraag naar energie in de wijk verandert doordat de vraag naar warmte daalt (klimaatverandering, isolatie) terwijl er een toenemende vraag naar elektriciteit (airconditioning, elektrisch laden, koken, …) is. Ook het aanbod van energie in de wijk verandert door de mogelijkheden van lokale energie opwekking (zonnepanelen, bodem warmte, lucht en oppervlakte water, …) en hergebruik van energie in combinatie met het tijdelijk en lokale opslaan van energie.
Naast de genoemde veranderingen in de wijk, speelt volgens Annelies met name een snelle ontwikkeling bij warmtenetten naar lage temperatuur netwerken (5de generatie netwerken) een rol. Deze netwerken zijn bij uitstek geschikt om de warmte van alle lokale bronnen (datacenters, de riolering, restwarmte van ziekenhuizen, zwembaden en supermarkten) te gebruiken. En vele ervan kunnen worden aangesloten naarmate het net wordt uitgebreid. Voor Annelies maken lage temperatuur netwerken het mogelijk om de energievoorziening in een wijk tot één geheel te maken. Warmte, elektriciteit, koeling en opslag kunnen op ieder moment op elkaar worden afgestemd.De bewoners die een overschot aan energie produceren kunnen het delen in de wijk.De verbindingen met het grote netwerk voor elektriciteit zijn nodig, maar de netwerken zijn er minder afhankelijk van doordat ze voor een deel zelfvoorzienend zijn.
Met deze gedachte, heeft Annelies in haar rede de volgende negen gewenste omkeringen in het denken en aanpakken van de energie transitie in Nederland geopperd:
Omkering 1: Denk niet vanuit warmtenetten, maar vanuit integrale energiesystemen
Denk niet in “verschillende energiesilo’s” (warmte, koeling en elektriciteit) maar integreer deze energiestromen door gebruik te maken van slimme energie systemen. Dit betekent het opzetten van integrale energievisies en integrale energieprogramma’s.
Omkering 2: Denk niet vanuit het verleden, maar vanuit de toekomst
In het bepalen of er een warmtenet in een wijk moet komen, worden nu algemene modellen en berekeningen gemaakt op basis van kosten uit het verleden. Zelf als dit niet vermeden kan worden omdat we de toekomstige kosten niet kennen, bemerkt Annelies dat de huidige kosten vaak zijn gebaseerd op warmtenetten, die voor een groot deel gevoed worden door fossiele bronnen. Daarnaast vind zij dat de modellen moeten worden aangepast op de visie van de toekomst hoe een wijk er gaat uitzien om die werkelijk duurzaam te maken.
Omkering 3: Van gevestigde technieken naar innovatieve voorzieningen
Voor Annelies betekent denken vanuit de toekomst ook denken in innovaties en de toepassing daarvan.Deze noodzakelijke innovaties worden nu vaker “tegengehouden” door de sterk geconcentreerde markt in Nederland. De drie grote private warmteondernemingen hebben een monopolie positie wat leidt tot een technologische standaardisatie en de bovengenoemde bestaande voorspelbare businessmodellen.
In principe is Annelies niet tegen het nieuw wetsvoorstel WCW, dat tenminste 51% publiek eigendom voorschrijft in ieder warmte(infra-) bedrijf, ze is echter bang dat de implementatie weer gaat leiden tot geconcentreerde warmtebedrijven die grote gebieden gaan bedienen. In plaats van aan te nemen dat warmtebedrijven complex zijn en dat grootschaligheid tot betere prestaties leidt, denkt Annelies dat kleine warmtebedrijven voor een betere marktwerking zorgen. Het bevordert concurrentie en innovatie. Door een levendig ecosysteem van ondernemingen en warmtebedrijven die elkaar helpen (diensten inkopen) kunnen vernieuwingen zich snel verspreiden door het land. Aangezien de wet ook prioriteit geeft aan grootschaligheid, worden kleinere projecten waarbij de burgers de handen ineen hebben geslagen om een duurzaam energiesysteem te maken tegengehouden.
Annelies vindt ook dat om de congestie in het elektriciteitsnetwerk op te lossen er meer moet worden geïnvesteerd in apparaten die slim aangestuurd kunnen worden en in energiemanagement-systemen.Hierbij moeten de tarieven voor het gebruik van het elektriciteitsnet vervolgens worden afgestemd op de belasting en moeten de verschillende technieken onder gelijke voorwaarden de markt kunnen betreden zodat nieuwe technieken volop de kans krijgen. Hierbij bemerkt ze dat er bij 5de generatie netwerken minder druk is om zoveel mogelijk aansluitingen te verkrijgen op het moment dat een warmtenetwerk wordt aangelegd. In tegenstelling tot de Rekenkamer ziet zij minder problemen in het subsidiëren van warmtepompen in gebieden waar in de toekomst warmtenetwerken worden aangelegd.
Omkering 4: Neem niet het systeem als uitgangspunt, maar de burger die het gebruikt
Annelies constateert dat bij de discussies over warmtenetten de burger afwezig. Dit was logisch in het verleden toen de burgers geheel afhankelijk waren van een collectieve energie voorziening, maar niet in een maatschappij waar zij steeds meer hun eigen voorkeur kunnen realiseren om hun woningen van energie te voorzien. Infrastructuur voor 5de generatie warmte en koude netwerken geeft de mogelijkheid om deze voorkeuren mee te nemen aangezien dit warmtenet de keuze open laat voor individuele (maatwerk) installaties om een woning optimaal van energie te voorzien, m.a.w. voorziening elektriciteit voor de warmtepomp.
Annelies stelt verder dat een investering in betere woningisolatie niet moet worden afgewenteld op een afweging tussen een laag temperatuur warmtenet of een individuele luchtwarmtepomp (of andere oplossing) De afweging tussen een beter geïsoleerde woning met Lage Temperatuur bron/opwekking en een slecht geïsoleerde woning met een Hoge Temperatuur bron/opwekking is niet alleen afhankelijk van de energierekening. Ten eerste hebben bewoners liever een goed geïsoleerde woning, vanwege het comfort en vanwege duurzaamheid. Maar ook stijgt de waarde door een beter energielabel en ben je beter voorbereid als isolatie verplicht gesteld wordt door verwachte EU wetgeving of de banken.
Tenslotte bemerkt Annelies dat in vergelijking met andere landen, de perceptie van de Nederlandse burgers over warmtenetten negatief is met als gevolg dat vele projecten mislukken. Als Nederland succesvol wil zijn met de invoering van warmtenetwerken moeten de diensten van een nieuw energiesysteem daarom een stuk beter zijn dan een pure individuele optie.
Omkering 5: Van top-down naar bottom-up
Annelies pleit ervoor dat bij de slimme, integrale energiesystemen van de 5e generatie een bottom-up aanpak min of meer noodzakelijk is. Een duidelijke verandering ten aanzien van vroegere generaties warmte netten die alleen vanuit een “top-down” perspectief kunnen worden uitgevoerd.
Omkering 6: Van warmtebedrijven naar gemeente
Annelies is verwonderd over het feit dat het wetsontwerp voor de nieuwe wet WCW, vanuit de doelstelling dat de gemeente de regie neemt, juist veel bevoegdheden weghaalt bij de gemeente en deze bij de warmtebedrijven belegt. Zij stelt dat als de warmtebedrijven van de gemeente zouden zijn dat dit minder een bezwaar is. Echter zij is van mening dat het beter zou zijn als de gemeente, als regisseur, uiteindelijk precies kan bepalen welk warmtenet er komt, hoe het wordt aangelegd en welke tarieven gehanteerd worden.Zo kan de gemeente bij nieuwe netten ook garanderen dat de tarieven niet te hoog zijn.
XChains is het hiermee eens als “het hebben van de regie” wordt vertaald in de rol als concessie verlener. Zie voor een nadere uitwerking van dit concept het XChains blog “5GDHC en Private Publieke Samenwerking” (https://www.xchains.info/blog/post/publieke-private-samenwerking-in-samenhang-met-warmte-en-koude-netwerken).
Omkering 7: Van schaalvoordelen naar repliceerbaarheid
Grote systemen kunnen schaalvoordelen leveren, maar vragen een lange voorbereidingstijd gedurende welke technieken veranderen. Annelies pleit daarom voor kleinere systemen die sneller kunnen worden gerealiseerd en dichter bij de burgers staan. Ze zijn eveneens beter te repliceren waardoor de lessen in het ene project snel kunnen landen bij het volgende.
Dit is een van de belangrijkste redenen waarom XChains pleit voor een grotere aandacht voor 5de generatie projecten omdat die rond dit principe worden ontwikkeld.
Omkering 8: Van maximum prijs naar kostengebaseerd tarief
Maximum tarieven zoals tot nu toe worden toegepast, halen alle prikkels weg om kosten te verlagen. Annelies pleit daarom voor transparantie en het realiseren van goedkope voorbeeldprojecten die aansprekend zijn voor iedereen.Transparantie wordt nu geregeld in het ontwerp van de Warmtewet (WCW) waarmee we overgaan op kosten gebaseerde tarieven, waarbij ieder project eigen tarieven krijgt. Hierbij is het de bedoeling dat elk warmtebedrijf de kosten op dezelfde manier gaat berekenen, gecontroleerd door de toezichthouder (ACM). Door deze standaardisatie kunnen warmteprojecten/-aanbieders objectief met elkaar worden vergeleken. Als in een bepaald gebied de tarieven te hoog uitpakken, zou daar een andere warmtevoorziening kunnen worden overwogen.
XChains is het met dit uitgangspunt van Annelies eens maar er ook van bewust dat er geen “standaard wijken” zijn, wat betekent dat projectgerichte 5de generatie oplossingen per definitie leiden tot verschillen in de tarieven tussen projecten. Daarbij is het ontwikkelen van een 5de generatieconcept een proces vanuit de 5 principes, dat zich steeds verder kan verbeteren in de tijd. Afhankelijk van lokale mogelijkheden en omstandigheden wordt vaak gestart met een aantal bouwstenen (bronnen, uitwisseling, buffers), die in de loop der tijd uitgebreid worden en geoptimaliseerd. Voor het meten en vergelijken van de prestaties worden momenteel KPI’s ontwikkeld.
In samenhang hiermee, zou XChains er aan toe willen voegen dat in de tarieven discussie er ook weinig aandacht is om zekerheid in te bouwen dat het vastgelegde tarief in reële termen kan worden gehandhaafd over de looptijd van het contract. Zie blog “5GDHC en Private Publieke Samenwerking” (https://www.xchains.info/blog/post/publieke-private-samenwerking-in-samenhang-met-warmte-en-koude-netwerken) dat onder andere gaat over de mogelijkheden om dit te kunnen doen.
Omkering 9: Van algemene naar gerichte subsidies
Annelies vindt dat er minder een beroep moet worden gedaan op algemene subsidies voor warmtenetten, maar meer aandacht moet worden gegeven aan gerichte subsidies (subsidies voor warmtenetten met lage tarieven, subsidies voor warmtenetten waarvan duidelijk is dat de burgers ook een aansluiting wensen, subsidies voor innovatieve warmtenetten).Voor haar zijn ook subsidies die de toeleverende industrie helpen in het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van bijvoorbeeld energiemanagementsystemen nuttig.
In termen van innovatie, zou XChains graag zien dat er subsidies zijn die het ombouwen van reeds geïnstalleerde lucht gedreven warmtepompen naar water gedreven warmte pompen mogelijk maken.
Conclusie
XChains onderschrijft de conclusie dat er veel mogelijkheden zijn om wijken helemaal te verduurzamen en dat veel wijken de mogelijkheid bieden om daarbij warmtenetten in te zetten. XChains is ook van mening dat er vernieuwing nodig is in de energiesector door middel van een cultuuromslag, een verandering in denken, in doen en in regulering.
Zoals hierboven al is aangeduid, zou XChains graag zien dat er naast een algemene bewustwording in Nederland over de voordelen van een 5de generatie warmte en koude netwerk, er ook meer aandacht komt voor de Private Publieke Samenwerking (PPS) aanpak. De “private” kant (combinatie van lokale coöperaties, lokale bedrijven, investeerders, etc.) krijgt de verantwoording om het project binnen de gestelde kaders te realiseren en te exploiteren en de “publieke” kant (de gemeente) zorgt ervoor dat de private kant levert waar het zich aan heeft verbonden.
Gegeven het grote aantal kleine warmtenet projecten dat kan worden opgezet in Nederland, kan een standaardisatie worden uitgevoerd in de contractuele relaties, waarmee een levendige concurrentie kanworden ontwikkeld en de negen genoemde omkeringen werkelijkheid kunnen worden.
